Een weg naar het wonder van het kind
13-01-2014 Recensie van Holger NiederhausenWie heeft niet ooit een heilig-reine sfeer gevoeld wanneer hij bij een baby was? Een sfeer, waarin in hem op zijn minst een teer vermoeden opkwam van wat voor een heel andere wereld ons in en met zo’n wezen tegemoet treedt, vergeleken met de realiteit van het leven van alledag - uiterlijk en innerlijk. Zo’n moment kan ons werkelijk voor ogenblikken verheffen boven onze profaan geworden werkelijkheid, en dat worden we ook gewaar. Het kan zijn dat zulke gevoelens zich in sentimentele gevoelens kleden, dat je een baby bij voorbeeld gewoon alleen maar ‘ongelofelijk schattig’ vindt of iets dergelijks. Toch ligt nog iets anders eraan ten grondslag - iets wat je zou kunnen benaderen, wanneer je je er diep op zou bezinnen wat je op zo’n moment eigenlijk werkelijk allemaal beleeft.
Hoe zou het zijn, als ogenblikken als deze geen eenzame momenten van een verheven, rein beleven waren- maar nog maar een eerste begin? Het begin van een weg waarop het werkelijke wezen van een kind, van een wordend, zijn lichaam vormend, zich belichamend wezen ... vooraleerst steeds meer waargenomen en beleefd wordt? Hoe zou het zijn als er een weg was, die ons steeds dieper in het mysterie van de wordende mens binnen voert - zo, dat we steeds reëler zouden beleven welke grootse realiteit tot gebeuren wordt, wanneer een kind opgroeit?
Zo’n weg heeft Mieke Mosmuller in haar boek: Een kind is een zichtbaar geworden liefde beschreven. Dit boek voert werkelijk in een begrip, een beleven - ja, je vermoedt in een schouwen- binnen, dat de profane waarneming stap voor stap verdiept.
De aanschouwing waaraan je gewend bent lost zich beetje bij beetje op zoals een sluier die doorzichtig wordt, terwijl langzamerhand en steeds meer de werkelijkheid wordt vermoed- een heilige, overal van geestelijke krachten doorstroomde werkelijkheid waarvan je de werkingen kan leren waarnemen, denken en gewaarworden.
Mieke Mosmuller voert de lezer binnen in de diepere werkelijkheid van de fenomenen. Wat ieder mens kan waarnemen is het uitgangspunt, maar dan begint ze vragen te stellen; hogere, respectievelijk diepere bereiken van aanschouwing te openen; concrete oefeningen te geven waardoor het gewaarworden van deze andere lagen van de werkelijkheid, van haar geestelijke zijde, gewekt kan worden.
En het kleine kind begint werkelijk een geestelijk fysieke realiteit te worden. Je verwerft niet alleen een weten, neemt niet slechts mededelingen op die weliswaar geestelijke inhoud hebben maar waarin je je niet zelf kunt inleven, die niet te beleven zijn, maar het gaat juist helemaal om dit beleven, om dit mede tot stand brengen, wat in en met dit boek kan groeien, heel geleidelijk, zich net zo ontwikkelend als het kleine kind.
Vertaling Lieke van der Ree