De Anthroposofische Beweging

19-03-2018 Recensie van Hannie Saleh
De_anthroposofische_beweging
In dit kleine boek, weergave van een seminar op 12 november 2016 te Zürich, laat Mieke Mosmuller zien wat de werkelijke, maar ook wereldwijde betekenis is van de anthroposofische beweging. Dit is niet een maatschappelijke beweging gebaseerd op de anthroposofie, vergelijkbaar met bijvoorbeeld een vredesbeweging of een jeugdbeweging, of zoals Mieke Mosmuller het noemt: ‘alles wat anthroposofisch beweegt’. De anthroposofische beweging is een innerlijke daad die iedere mens kan voltrekken. Het gehele werk van Mieke Mosmuller gaat over deze innerlijke daad, de weg er naar toe, de voorwaarden, de weerstanden, de valkuilen. In dit boek wordt het grote verband zichtbaar, het wereldhistorisch belang, de noodzaak voor de mensheid. Rudolf Steiner heeft deze daad voorgeleefd. Hij moest daartoe een weg afleggen die ook voor hem niet vanzelfsprekend was.

De ontwikkeling van het denken in Europa werd vooral bepaald door Aristoteles en Plato. Rudolf Steiner, representant van het aristotelisme, ontmoette in Karl Julius Schröer de representant van het platonisme. Deze ging geheel op in de prachtige beelden- en ideeënwereld van Goethe. Rudolf Steiner zag dat de platonische ideeën op aarde niet meer werkzaam waren; het platonisme moest met het aristotelisme, de empirie, het waarnemen, verbonden worden. Omdat Karl Julius Schröer zijn karmische opdracht hierin niet kon uitvoeren, nam Rudolf Steiner dit werk op zich: het redigeren van de natuurwetenschappelijke werken van Goethe. Dit betekende een omweg in zijn ontwikkeling. Hij beleefde daardoor de betekenis van de werkelijk vrije daad. In Goethes werk vond hij de ideeën in de natuur, in het waarnemen, die echter als ideeën eveneens ‘alleen maar ideeën’ bleven, zoals in het aristotelisme was gebeurd onder invloed van Lord Bacon in de 17de eeuw. De verbinding vond Rudolf Steiner in de ‘daadhandeling van het ik’, zoals beschreven door Johann Gottlieb Fichte. Wat bracht Rudolf Steiner hier tot stand waardoor aristotelisme en platonisme daadwerkelijk verbonden werden en vruchtbaar konden worden?

Mieke Mosmuller laat dit proces meebeleven en geeft oefeningen om te komen tot het zuivere begrip, het zuivere denken, en het hierdoor gerealiseerde ik, dat vorm en materie, begrip en realiteit tegelijk is. Doordat platonisme en aristotelisme in dit boek tot leven komen, komen deze ‘wereldkrachten’ dichtbij; hierdoor kan nu misschien ook het antwoord oplichten op de door Rudolf Steiner aan ons gestelde vraag, tot bewustzijn te brengen tot welke van die twee stromen wij zelf behoren. De wereldhistorische betekenis van de verbinding, die door ieder van ons te realiseren is in de daadhandeling van het ik, wordt duidelijk.

Als we de inhoud van dit boek opnemen en deze oefeningen doen, gaan we het ik beleven als realiteit in de innerlijke handeling; daardoor leren we de denkkracht kennen, kunnen de begrippen tot leven komen en kan de verbinding van de geest met de fysieke werkelijkheid gevonden worden.
De drieledigheid in de begrippen (in filosofische termen, die we al kennen uit ‘Zoek het Licht’: universalia ante rem, in re en post rem) wordt ook ervaarbaar in het ik. Deze drieledigheid van het ik is de basis van de Grondsteen. Vele passages in het werk van Rudolf Steiner die onbegrijpelijk leken, krijgen betekenis. Deze betekenis. Want het is de kern. Het is de anthroposofische beweging.

Rudolf Steiner heeft dit voorgeleefd. Hij was deze beweging. Hij heeft deze beweging bij de Kerstbijeenkomst van 1923 met de Anthroposofische Vereniging verbonden. Bij de heroprichting van die vereniging sprak hij: ‘Deze anthroposofische beweging is niet een aardedienst, deze anthroposofische beweging is in haar geheel in alle aspecten een godendienst, een eredienst voor God.’
Laten wij ons bewust worden van het grote belang voor de mensheid hiervan. De anthroposofische beweging kan alleen vruchtbaar worden als wij er naar streven deze door Rudolf Steiner voorgeleefde daad na te voltrekken.