Mens, media en techniek

10-10-2015 Artikel van Marie Anne Paepe

"Mieke, kan je daarover eens een hele week spreken ?”
Zo klonken hoopvol de woorden van Joke van der Wolde aan het einde van de themadag ‘Waarneming en werking van de omgekeerde etherwereld’ op 1 maart 2014 te Burcht bij Antwerpen. Als vanzelfsprekend knikte Mieke instemmend.

Joke van der Wolde en Bert Verschoor kozen voor het conferentieoord ‘Samaya’, ooit een slotklooster, in het idyllische landschap van Werkhoven. Met een 35-tal mensen genoten we er drie zonovergoten dagen van de lichtvolle open sfeer, de verfijnde zorg, de verrukkelijke vegetarische maaltijden, de rustgevende schoonheid, de harmonie, èn de avondstilte ‘ingeluid’ door een dieproerende zonsondergang. Ja, de plek had iets van een paradijsje. De tijd voelde er zó zacht.

“Voor deze dagen leeft bij mij heel sterk de impuls om het behoud van de menselijkheid in het licht van de Mensheidsrepresentant te stellen. In het bewust zijn daarvan gaan we op zoek naar de positie die we innerlijk en uiterlijk kunnen innemen, die de echt menselijke is tussen Ahriman en Lucifer in.” Met deze intentie zette Mieke de toon van het seminar.

Op een bijzonder kunstzinnige en krachtige wijze gaven Raphaela Kühne (eurythmiste) en Florian Bauer (toespreker) het karakteristieke wezen vorm in woord en gebaar aan de hand van taferelen uit ‘Faust’ van Goethe en ‘De poort van de inwijding’ van Rudolf Steiner. De bewegingsstroom volgend nodigde uit tot een innerlijk meetekenen – in de herinnering beroert de impressie mij nog steeds. Bij het zingen van het ‘Ave verum corpus’ van Mozart, onder de leiding van Bert Verschoor, doordrongen de stemmen elke porie van het lichaam. De hymne begroet het heilig Lichaam en Bloed van Christus. De volmaaktheid in de toon en het klankritme van het lied stemt de ziel devoot en werkt helend op de menselijke fysieke gesteldheid.

In haar eerste lezing wierp Mieke licht op een hoogst merkwaardige medebewoner van het menselijk lichaam. Een bovenmenselijk intelligent, enorm wilskrachtig, volstrekt gevoelloos wezen – door Rudolf Steiner een mefistofelisch-ahrimanisch wezen genoemd (1) - nestelt zich vóór de geboorte in het menselijke fysieke lichaam. Waarom ? Omdat dit wezen over de ontwikkeling van de mens wil heersen, de wereld wil veroveren, maar daartoe geen eigen lichaam heeft. Het is een soort onpersoonlijke dubbelganger die onder het bewustzijn van de mens leeft. In zijn rechtstreekse binding met de uit de aarde opstijgende elektromagnetische krachten fungeert dit wezen als een soort doorgeefluik voor de uitstraling van die ondernatuurkrachten naar het bewustzijn van de mens, het geleidt de ahrimanische elektrische impulsen in het fysieke zenuwstelsel en brengt de techniek in het denken. Niettegenstaande alleen al de gedachte aan deze altijd aanwezige ‘gezel’ onbehagen of zelfs afschuw kan wekken is het kennen van zijn activiteit vanuit de negen innerlijke aardelagen (hoe dieper hoe bozer) op de niets vermoedende mens uiterst belangrijk. (2)

De hoge technologie waarvan de digitale toepassingen voor ons o zó gebruiksvriendelijk zijn – laptop, smartphone, tablet met daarop het world wide web – wordt gestuurd door algoritmes met daarachter een in-duister wezen, namelijk Ahriman. De onwetende mens geeft zomaar zijn ziel (‘profiel’) aan hem weg, laat zich manipuleren, zijn aandacht afleiden en verwordt zo tot een vreemdeling van zichzelf. Hij wordt onderdeel van de hele ahrimanische machinerie, hij neemt deel aan de ontmenselijking, de robotisering, vertoeft in de wereld van de ‘grijze heren’ die hem van zijn tijd beroven (3). Enkel nog de digitale analfabeet weet niet hoeveel tijd het checken en beantwoorden van e-mails en smsjes verslindt, het online volgen van het geüpdate nieuws, het hoppen van site naar site … er is informatie bij de vleet !

Samaya(Conferentiecentrum Samaya in Werkhoven)

Maar ís alles ook wat het lijkt in onze mediacultuur ? De supersnelle techniek verstrekt de informatie exact en correct als zou die vanzelfsprekend de waarheid in zich dragen. Bij de beoordeling van de weergegeven feiten moet je leren een gezonde twijfel te hebben, adviseert Mieke. Want achter de informatiestroom zit mogelijk een kluwen van leugens die we zomaar gedachteloos in ons opnemen. Ahriman is de leugengeest. Hij bedriegt de mens. Door het menselijke denken steeds sterker aan het elektromagnetische fysieke lichaam te binden poogt hij hem in zijn rijk te kluisteren.

Ook Lucifer heeft zijn zeg in het moderne mediaspel. Hij ontsteekt in de mens een vurig enthousiasme, rukt de naar zaligheid, schoonheid en kennis begerende mens uit zijn lijf, geeft hem vleugels en troont hem mee naar gelukzalige hoogten. Hij is de lichtdrager èn de rebel. In zijn licht creëren we logische, abstracte, glansrijke theorieën, gedachtebouwwerken bij nader toezien zonder praktische werkelijkheidswaarde maar die we wel met hand en tand verdedigen. Lucifer is van de partij in discussies waarin we discussiëren om te discussiëren, dààr waar we in een scherpe argumentatie de degens kruisen of ‘wij-tegen-zij’-debatten voeren, waar we in een polemiek in de aanval of de verdediging gaan maar ons eigenlijk weinig interesseren voor het standpunt van de ander ... In Lucifers aanwezigheid ontsteekt de mens in vuur en vlam. Via het woord beïnvloedt en stuurt hij het publieke oordeel. In dergelijke opgehitste meningenof ideeënstrijd verwordt de mens tot vreemdeling van zijn medemens, de wereld en de tijd. Want van wereldbeelden uit het verleden geplaatst in het ruimtelijke heden geniet Lucifer met volle teugen. De mens verliest de werkelijke tijd waarin hij leeft. Ach, wie kent niet de verleiding af te dwalen naar de zoete droom, de ingebeelde wereld van eigen gedachten en gevoelens, om wat later daaruit weer op te schrikken ? Een verlopen tijd blijkt vervluchtigd in het niets. Tussen deze twee buitenmenselijke krachtwezens in extremis staat de Mens. In welk gebied is dat dan ? In welk gebied kan de mens waarachtig mens zijn ? Hoe komen we daar ? Hoe vertrekken we? Vooreerst stemmen we onze ziel tot ‘pelgrim’ naar het Ik.
We plaatsen ons in stilte op de eenzame weg naar het gebied van het vrije midden, waarin we Christus – de Mensheidsrepresentant – kunnen vinden. We oefenen onderweg een christelijk denken waar de gedachte en de denker één zijn – waar we als mens zélf de gedachte denken. De beweging van de omhoog strevende krachten bevrijden de mens van de omlaag trekkende krachten die het menselijk ik verduisteren èn de beweging van de omlaag trekkende krachten halen hem uit het illusionaire bovengebied terug naar de aarde. Deze gebieden onderscheiden zich wezenlijk van het middengebied waarin we als Ik-wezen een evenwicht kunnen vinden in de waarheid tussen leugen en illusie, begrippen kunnen ontwikkelen in de ware tijdgeest voor de rechtmatige ontwikkeling van de mens. Hier ontwaakt de mens in het Ik.
Bezinning op de verhouding tussen de mens en de fysieke elementen en ook de ethersoorten laat ons in de fijne nuancering de verschillen voelen. Van onze verwantschap met de aarde, het water, de chemische- of klankether en de levensether kunnen we ons niet ten volle bewust zijn. De elementen aarde en water in hun verbinding met de onderwereld brengen ons dichter bij de ahrimanische wezens, de chemische- en levensether in hun verbinding met de bovenwereld brengen ons dichter bij de luciferische wezens. Enkel in de lucht, de warmte en het licht zijn we als mens geïncarneerd in de fysieke elementen en in het etherrijk. Dààr zijn we in ons mens-zijn werkelijk thuis ! (4)

De volgende spreuk biedt de mogelijkheid tot een verdiept bewustzijn in de echt menselijke sfeer. Rudolf Steiner noemde deze meditatie een “pelgrimschap naar het Ik” (5).

“Ik in het midden van licht en ruimte O A I A O
“Ich inmitten Licht und Raum
Ruimte voor ik en licht A I O I A
Raum für Ich und Licht
Licht door ruimte en mij. Ik ben" I O A O I
Licht durch Raum und m(ich). Ich bin”

Het Ik staat in relatie tot de warmte, het licht tot het etherlichaam en de lucht tot het astraallichaam. Samen met Raphaela oefenden we met de klanken I A O eurythmisch een bewust beleven van de diepte, de hoogte en de omtrek.

In het meditatieve denken ontwikkelen we “het krachtige, zelfbewuste, objectieve, er niets aan toevoegende denken” stelde Mieke ons duidelijk. Met deze vaardigheid kunnen we als toeschouwer objectief naar de feiten in de berichtgeving kijken. Dit betekent dat we niet met oprijzende gedachten of reeds gevormde meningen, eigenbelang, wensvoorstellingen, gevoelens van angst, twijfel, haat … het feitenmateriaal gaan interpreteren en opslaan in de opslagplaats van ons geheugen. Wel leren we de verkregen informatie – ook al is die vals – ‘ongeschonden’ mee te denken. Objectieve feiten op zich bestaan eigenlijk niet. Feiten plaatsen we zelf door een puur innerlijk denken volledig intact in de objectiviteit. Door het denkend verinnerlijken van de buitenwereld stijgen we uit boven onze subjectieve betrokkenheid op die buitenwereld. We worden wakker in een ander, een hoger bewustzijn. In de innerlijke binnenruimte brengt een uiterst geconcentreerd nauwkeurig her-denken van de gebeurtenissen ons tot een denkend aanschouwen van de essentie, tot de ware gedaante in het nu, tot de levende samenhang tussen wat was en wat wordt, tot de grondslag voor de ontwikkeling van een nieuw begrip, telkens weer mogelijk in een nieuw moment – een christelijk, een ‘verlossend moment’ (6). Het nieuwe dient zich aan in ons tegenwoordig zijn. Dit vermogen tot tegenwoordigheid van geest op elk ogenblik dragen we in ons mens-zijn. Het is een zaak van verscherpte opmerkzaamheid in de waarneming, welwillendheid, moed tot inkeer èn ommekeer, waakzaamheid niet alleen buiten maar ook binnenin onszelf, alsmaar opnieuw.

Singen(Elke dag werd het Ave Verum gezongen)

In het licht van ware geesteskennis vervult de mens de tijd. In zuivere liefde betrokken op de andere mens en de intense aandacht voor het algemeen belang, de pure wil de wereld met elkaar te delen realiseert hij zijn menselijkheid. Het algemeen belang wordt zijn eigen belang, niet in de zin van toe-eigening maar wel tot motief van zijn handelen. Hij geeft gestalte aan een waarachtige gemeenschappelijke wereld tussen alle mensen in hun eigen zijn, redt de menselijke broederlijke verbondenheid van de ondergang. Dàt is waartoe de mens in staat is : tot hoeder van zijn broeder in deze moderne tijd !

Dit artikel schreef ik op vraag van Lieke van der Ree. In het denken daarover voelde ik niet de drang het geheel samen te vatten nà mijn uitgebreide zo getrouw mogelijke weergave met uitweidingen over de inhoud van het seminar (7). Ik wilde in dit geschrift eerder mijn mijmeringen neerschrijven, de ingetogen sfeer van toen en de volle ernst in het spreken van Mieke daarbij indachtig. Langzaam aan heb ik het gordijn opzij geschoven voor wat mij zeer dierbaar is.

“Het wevend wezen van het licht
straalt van mens tot mens,
om het heelal met waarheid te vervullen.
De zegen van de liefde
verwarmt de ene aan de andere ziel
en brengt zo alle werelden geluk.
En boden van de geest verbinden
de zegenende daden van de mensen
met doelen van de wereld.
Wanneer die twee verbinden kan
de mens die in de andere mens zichzelf hervindt,
straalt geesteslicht door zielewarmte.” (8)

Noten :

1. Zie de voordracht van Rudolf Steiner op 16 november 1917 te Sankt-Gallen in ‘Individuelle Geistwesen und ihr Wirken in der Seele des Menschen’, GA 178.
2. Rudolf Steiner sprak in een aantal voordrachten over de structuur van de innerlijke aarde. Zie hiervoor bijvoorbeeld :
* 16 april 1906 in ‘Ursprungsimpulse der Geisteswissenschaft’, GA 96.
* 21 april 1906 in ‘Das christliche Mysterium’, GA 97.
* 12 juni en 11 juli 1906 in ‘Kosmogonie. Populärer Okkultismus. Das Johannes-Evangelium. Die Theosophie anhand des Johannes- Evangelium’ GA 94. Gedeeltelijke vertaling : ‘Kosmogonie. De evolutie van mens en heelal. Oude mysteriën en christelijke inwijding’, uitg. Pentagon.
* 4 september 1906 in ‘Vor dem Tore der Theosophie’, GA 95.
3. ‘Momo en de tijdspaarders’ Michael Ende, uitg. Lemniscaat.“De grijze heren zijn een imaginatie van Ahriman”, Mieke Mosmuller op het seminar.
4. Toelichting van Rudolf Steiner bij het Zesde Klassenuur, gehouden op 21 maart 1924 te Dornach.
5. ‘Zur Geschichte und aus den Inhalten der erkenntniskultische Abteilung der Esoterischen Schule 1904-1914’ Rudolf Steiner, GA 264.
6. In de bewoording van Walter Benjamin, Joods-Duitse filosoof 1892-1940 (Verwijzing door Marie Anne Paepe)
7. De weergave van het seminar ‘Mens, media en techniek’ met Mieke Mosmuller op 13-14-15 april 2015 te Werkhoven is in pdf (103 blz.) verkrijgbaar bij Marie Anne Paepe marie-anne.paepe@skynet.be aan de prijs van 15 euro. De weergave van ‘Waarneming en werking van de omgekeerde etherwereld’ met Mieke Mosmuller op 1 maart 2014 te Burcht is in pdf eveneens op hetzelfde adres verkrijgbaar aan de prijs van 5 euro. Beide ten voordele van uitgeverij Occident.
8. ‘De poort van de inwijding’, Benedictus in het zevende tafereel, ‘Mysteriedrama’s I’, Rudolf Steiner, GA 14, Vrij Geestesleven. Werken en Voordrachten.