Vriendschap

28-03-2013 Artikel van Mieke Mosmuller

In mijn romans komt tot uiting hoe ik de ware vriendschap zie. Mensen met verbindingen door levens heen incarneren zich op aarde en vinden elkaar. Ze weten bewust niets van die al lang bestaande verbinding, behalve dat ze iets gewaarworden, wat een verlangen wekt naar vriendschap met deze man, deze vrouw, deze jongen, dit meisje.

‘Uiteenlopende wegen gaan de mensen. Wie deze volgt en vergelijkt zal wonderlijke figuren zien ontstaan; Figuren die tot dat grote cijferschrift schijnen te behoren, die men overal, op vleugels, eierschalen, in wolken, in de sneeuw, in kristallen en in steen-vormingen, op bevriezende wateren in het binnenste en aan de buitenkant van het gebergte, in de planten, de dieren, de mensen, in de lichten van de hemel, op aangeraakte en geschilderde schijven van hars en glas, in het vijlsel om de magneet en in de merkwaardige conjuncturen van het toeval kan zien. Daarin vermoedt men de sleutel van dit wonderschrift, de spraakleer ervan; alleen wil zich het vermoeden niet in vaste vormen voegen en het schijnt geen hogere sleutel te willen worden. Een alkatrest (Paracelsus: middel waarin alle stoffen vloeibaar worden) schijnt over de zintuigen van de mens te zijn uitgegoten. Alleen voor het ogenblik schijnen de wensen, de gedachten zich te verdichten. Zo ontstaan de vermoedens, maar na korte tijd zwemt alles weer, zoals tevoren, voor hun blik.’

Dat schrijft de door mij zo veel geciteerde dichter Novalis. Je beleeft in dit stukje tekst uit ‘Die Lehrlinge zu Saïs’ de kunstvolle compositie van de uiteenlopende wegen die de mensen gaan, en die hen samenbrengen, vroeg of laat, die vrienden waren en zullen zijn.

Dat diepe verleden werkt in het nu en het werkt vanuit de toekomst, vanuit wat nog worden zal. Het werkt in de ondergrond van de ontmoeting, zoals in de ondergrond van de uiteenlopende wegen die de mensen gaan ook de diepere zin van die wegen ligt: we zijn immers allemaal op weg naar onze ontmoetingen, naar onze vrienden, naar onze geliefden – en naar onze ‘vijanden’, tegenstanders, moeilijke gebeurtenissen.

Voor mij is die diepe ondergrond al vanaf mijn jeugd voelbaar in een voortdurend verlangen om de diepte te laten overwinnen over de oppervlakkigheid in het contact. In mijn romans komt dat tot uiting, wanneer ik schrijf: En zij zaten nog lang zwijgend bijeen. Of: Wat er gezegd werd raakte niet in de verte aan wat er eigenlijk werkte. Johannes voelde een groot verlangen, om die eigenlijke diepte in het gesprek tot uiting te brengen….

Wat ik daarmee wil aangeven is, dat we in onze ontmoetingen de kostbare tijd en de gelegenheid vullen met oppervlakte-gepraat, terwijl daaronder het verlangen ligt, om tot het wezenlijke van elkaar te komen. Het zijn grootse momenten, de menselijke ontmoetingen – en ze verlopen in frasen en conventies. Bij daarvoor gevoelige mensen geeft dat een gevoel van nalatigheid, een verdriet als de ontmoeting voorbij is.

Wij, als vrienden van het werk van Mieke Mosmuller – zelf ben ik daar tenslotte ook vriend van – hebben als gespreksonderwerp de anthroposofie, wanneer we elkaar ontmoeten. Dat is een verrijking van de ontmoeting, het geeft ons de mogelijkheid om aan die oppervlakkigheid te ontkomen. Maar de echte bevrediging, de echte tevredenheid ontstaat pas, wanneer we tegelijkertijd erin slagen dat heel individueel en zelfs heel persoonlijk te doen.

De vriendschap onder elkaar, die rust op de anthroposofie, kan nooit oppervlakkig zijn. De banden die er zijn, zijn niet alleen persoonlijk karmisch, ze worden ook gedragen door grote ideeën en idealen. Maar de banden zijn ook persoonlijk en dat maakt ons tot echte vrienden van elkaar, ieder afzonderlijk ten opzichte van ieder afzonderlijk.

Tijdens onze twee Seminars in het Berner Oberland – in de zomer van 2012 en met Pinksteren 2013 – waren we met mensen uit meerdere landen in vriendschap verenigd. Ik geloof, dat iedereen die dat heeft meegemaakt daar werkelijk beleefd heeft, wat vriendschap werkelijk zijn kan, wanneer die gedragen wordt door de geesteswetenschap en toch heel persoonlijk is.

Lehrlinge von Sais_1